Local patch

15-07-2020 20:53

Een citaat van de website van natuurfotografie: In een tijdperk waarin op Facebook vooral veel foto’s getoond worden van mooie (en vaak verre) fotoreizen, kan een gebiedje ‘om de hoek’ nog steeds een prachtige uitdaging zijn.” En: “Zoals gezegd gaat het om een (natuur)gebiedje dicht bij huis, waar je hooguit 10 – 15 minuten reistijd voor kwijt bent. Daardoor kun je het vaker bezoeken of kun je er ook even kort naartoe, zonder een hele dag vrij te hoeven plannen. Zodra de zonsopkomst richting 06.00 uur gaat is het zelfs mogelijk om er vóór je werk of school even langs te rijden. Je hebt dan weliswaar maar een uurtje of anderhalf, maar vaak is dat precies het tijdstip van het mooie ochtendlicht of nog stilzittende insecten!”

 

Vanwege corona kon onze, in de meivakantie geplande, vakantie naar Zuid-Frankrijk niet doorgaan. Dat is helemaal niet erg, het is een luxeprobleem. Dan maar wat fotograferen in de local patch! Om te beginnen is het langs de Linge in het voorjaar prachtig. Als bij zonsopkomst de mistflarden over het water drijven en het koolzaad bloeit is dat een fraai gezicht en de moeite waard om te fotograferen.

Ook de uiterwaard bij Everdingen (zie ook mijn vorige blog) biedt veel moois in het voorjaar (eigenlijk het hele jaar). Fitis en tjiftjaf zingen het hoogste lied, evenals de grasmus en de sprinkhaanzanger. Hoewel, van een liedje is er bij deze laatste soort eigenlijk geen sprake. Het is een monotoon geratel wat minutenlang wordt aangehouden. Meerkoeten houden zich bezig met hun geliefde bezigheid in het voorjaar; elkaar bevechten. Kneutjes laten zich goed bewonderen terwijl de braamsluiper meer verborgen vanuit de (braam)struiken zingt.

Mijn vorige blog heeft er toe geleid dat ik meegenomen ben naar gebieden waar je normaal gesproken zonder toestemming niet mag komen. Uiteindelijk heb ik in de Everdingerwaard zeven orchideeënsoorten kunnen fotograferen, naast nog enkele andere mooie soorten zoals knikkend nagelkruid, moespimpernel, moeraskartelblad en veldsalie. Een vroege glazenmaker (libellensoort) laat zich ook nog zien.

De Zouweboezem hoort zeker ook tot mijn local patch, ik kom er al jaren. Behalve gebruikelijke soorten als snor en tafeleend laat een Cetti’s zanger zich deze keer redelijk goed fotograferen. Meestal hoor je alleen zijn luide zang, maar laat hij zich nauwelijks zien. Rond begin mei komen de zwarte sterns weer terug uit hun overwinteringsgebied. Voordat ze broedparen hebben gevormd vliegen ze regelmatig ‘in formatie’ in een onregelmatige vlucht over het water. Een bijzonderheid is een broedkoppel steltkluten. Deze broedvogel van Zuid-Europa is broedend waar te nemen vanachter het kijkscherm, maar wel op grote afstand. Het bewijs van het grootbrengen van minstens één jonge vogel weet ik wel te fotograferen, maar ook hier speelt de grote afstand me wel parten. Wanneer ik weer vertrek bij het kijkscherm loopt er een Amerikaanse rivierkreeft over het vlonderpad. Wanneer ik plat op het vlonderpad ga liggen om hem ‘van aangezicht tot aangezicht’ te fotograferen blijkt het beestje daar niet erg van gediend te zijn. Hij richt zich op, maakt zich breed en spreidt zijn scharen dreigend in de lucht. Na de fotoshoot stap ik gewoon over hem heen en vervolg mijn weg.

Aan de buitenzijde van de dijk die de Zouweboezem van de Lek scheidt, liggen de Achthovense uiterwaarden. Sommige gedeelten van deze uiterwaarden bevatten botanische juweeltjes als kattendoorn, geelhartje en glansschroeforchis. Deze laatste twee soorten zijn heel kleine plantjes die je zomaar over het hoofd zou zien. De glansschroeforchis komt, voor zover bekend, buiten Noord-Amerika maar op één plaats voor, en dat is hier! Het is niet bekend hoe de soort hier terecht is gekomen. Dat is uiteindelijk misschien niet zo belangrijk, maar het is wel bijzonder om deze soort hier te zien staan en te kunnen fotograferen.

De local patch, eigenlijk zo gek nog niet.